Restauratie hoeve te Bazel

Dit werk omvatte de volledige omvorming en restauratie van een oude hoeve (varkenskoten, hooizolder, gewelfde kelders) tot een ruime eengezinswoning met de integratie van alle moderne technieken zonder in te boeten aan het authentieke karakter zo typerend voor dit type van gebouw. Stabiliteit Problematisch voor dit gebouw was de structurele degradatie van de muren ten gevolge van de jarenlange vochtinfiltraties doorheen het dak. (sommige muren kenden een scheefstand tov de verticale van meer dan 15°) Klassiek voor oude gebouwen zat ook hier de uitdaging in het stabiliseren van de minimale fundering. Om beide zaken te counteren moest er worden overgaan tot de constructie van een volledig nieuwe woning in de oude woning, en dit inclusief een daarbij horende fundering met een correcte aanzetdiepte. De nieuwe woning werd dan als het ware verankerd aan de oude woning en dit via het parament en ook via een nieuw geplaatste ringbalk in de dakconstructie. De nieuw ontstane spouwmuur werd dan opgevuld met PUR teneinde een hogere isolatiewaarde voor de woning te kunnen bekomen. De dakconstructie zelf werd ook volledig gerestaureerd en onder handen genomen, met een versteviging van de spanten uit populier, nieuwe kepers en een beplating naar buiten toe die als drager dienst zou doen voor het nieuw aan te brengen rieten dak. Verschillende zones De hoeve zelf bestond vroeger uit twee delen, namelijk het hoofgebouw met de hooizolder en het bijgebouw welke dienst deed als opslagruimte en varkenskot. De nieuwe indeling voorzag de aanbouw van een nieuw gedeelte met zicht op de tuin waarin de keuken en de woonkamer zouden komen, het hoofgebouw verblijfs- en werkruimtes op het gelijkvloers en de slaapvertrekken op de zolder en de garage met de technische ruimtes. Oude materialen, nieuwe toepassing Voor de oude gedeelten was de doelstelling om zo veel mogelijk oude materialen opnieuw te integreren in het nieuwe kader. Voor de buitenschrijnwerk werd vertrokken van een klassieke blokkader uit Franse eik met een bovenlicht in glas in lood uit wemelend kathedraalglas. Het opengaande deel van de ramen kreeg superisolerend glas met een oud buitenblad, dunne spouw en zwarte afstandshouder. De buitenmuren werden gekaleid en voorzien van een dampopen minerale verf (lichte kleur) en een plintzone in een zwarte kleur die moet verwijzen naar de vroeger toegepaste peklagen tegen opspattend vocht Het dak van de garage werd dichtgelegd met recuperatie Boomse pannen en dit van de nieuwbouw met de klassieke staande naad in koper. Binnen in de woning werd een recuperatie Boomse tegelvloer geplaatst op het gelijkvloers en in de kelder en op de verdiepingen een Lariks parket. Voor het overige werden alle muren bezet met de losse rei en werden de schilderwerken uitgevoerd met kalkmatte verven en aangebracht met de kwast om een lijneneffect te bekomen.